MINIBRIDGE
- bridge voor beginners -

LES 2 - DE WAARDE VAN DE KAARTEN EN DELEN

Welkom in de LES 2 van de cursus minibridge. We gaan van start! Zorg dat je een echt kaartspel bij je hebt. Zo kan je alles wat je leert ook uitproberen.

WAT LEREN WE IN DEZE BRIDGELES

• De waarde van de kaarten
• De kaarten schudden, delen en sorteren
• De minibridge quiz

DE WAARDE VAN DE KAARTEN

We bekijken even de 13 kaarten van Schoppen. Ze hebben natuurlijk allemaal hetzelfde kleur, namelijk ♠. Toch zijn ze verschillend. Kijk maar eens goed. Op elke hoek van een kaart zie je de kaartwaarde. Net zoals er op geld ook een cijfer staat om de waarde aan te geven.

Hieronder zie je als voorbeeld de kleur Schoppen van hoog naar laag.

Van hoog naar laag hebben we de Aas, de Heer, de Vrouw, de Boer, de Tien, de Negen, … de Twee. Hetzelfde heb je met de kleuren Harten, Ruiten en Klaveren. Enkele voorbeelden:

• Harten Vrouw is ♥V.
• Ruiten Negen is ♦9.
• Klaveren Aas is ♣A.

Heb je geen kaarten met H, V of B, dan doe je niks verkeerds!. Je hebt gewoon iets bijzonders, namelijk een Frans of een Engels kaartspel.

• De Heer in het Frans is Roi (R) en King (K) in het Engels.
• De Vrouw in het Frans is Dame (D) en Queen (Q) in het Engels.
• De Boer in het Frans is Valet (V) en Jack (J) in het Engels.

Het is even wennen om met deze kaarten minibridge te spelen, maar het is wel handig om tijdens de vakantie te bridgen met Engelse of Franse vrienden.

DE KAARTEN SCHUDDEN, DELEN EN SORTEREN

Om met minibridge te beginnen, hebben we een GEVER nodig. Dit is de speler die de kaarten mag schudden en delen. Elke speler trekt een kaart. De speler met de hoogste kaart wordt de gever. De volgende ronde is de speler links van hem de nieuwe gever.

De gever mag de speelkaaarten SCHUDDEN. We spelen minibridge met 52 kaarten. Dat is best wel een flinke stapel. In deze cursus minibridge oefenen we daarom in het begin met slechts 24 kaarten.

Vervolgens mag de gever de kaarten DELEN. Hij geeft elke speler om de beurt 1 kaart en dit tot al de 52 speelkaarten uitgedeeld zijn. De gever deelt de kaarten met de rug naar boven. Hij begint bij zijn linker buurman of buurvrouw. Elke speler krijgt dus 13 kaarten.

De speler LINKS van de GEVER krijgt als eerste een kaart!.

Elke speler neemt nu zijn kaarten en begint met SORTEREN. Dit is het ordenen van de kaarten per kleur en ook nog eens van hoog naar laag. Voor de duidelijkheid zorg je voor een afwisseling tussen rode en zwarte kaarten. Hieronder een voorbeeld

DE MINIBRIDGE QUIZ

Beantwoord onderstaande vragen. Heb je al de vragen juist, dan behaal je het minibridge LES 2 diploma en dan ben je klaar voor de LES 3 van deze cursus minibridge.

Beantwoord nu de vragen van de minibridge quiz.

1. Wie krijgt de eerste kaart bij het delen? Maak je keuze! De speler rechts van de gever De gever De speler links van de gever De partner van de gever
2. Hoeveel kaarten krijgt elke speler? Maak je keuze! 13 kaarten 52 kaarten 1 kaart 4 kaarten
3. Welke kaart is dit: ? Maak je keuze! 1 Ruiten Ruiter Aas Ruiten Aas Ruiten 1
4. Welke kaarten hebben we hier: ♣B ♥H? Maak je keuze! Klaver Boer - Harten Heer Klavetje Boer - Harten Heer Klaveren Boer - Hartje Heer Klaveren Boer - Harten Heer
5. Welke kaarten zitten in de juiste volgorde? Maak je keuze! ♠A♠V ♥A♥B♥V ♣H♣7 ♠A♠V ♣H♣7 ♥A♥V♥B ♠A♠V ♥A♥V♥B ♣H♣7 ♠A♥A ♣H ♠V♥V ♥B ♣7
6. Wie is de gever? Maak je keuze! Hij schudt en deelt de kaarten Hij wint altijd in minibridge Hij geeft aan elke speler een kleur Hij deelt de kaarten